Groepsfoto van Thomashuis Oudenbosch
“Dat 2020 nu niet het jaar zal worden waar we met heel veel plezier aan terugdenken, is voor het einde van het jaar al wel duidelijk”, schrijven zorgondernemers Ad en Helma Huijsmans in hun blog. “Maar dat het, net toen we dachten dat het ergste van het lopende jaar wel achter de rug was, een jaar wordt waar we liever helemaal niet meer aan terug willen denken, hadden we toch echt niet meer verwacht.” In deze blog vertellen Ad en Helma hoe een herseninfarct bij een bewoonster het leven in Thomashuis Oudenbosch op zijn kop zette en hoe er met man en macht wordt gewerkt aan haar revalidatie.
“M. wordt in het Thomashuis op handen gedragen door zowel medebewoners als personeel en zorgondernemers. M. brengt namelijk een hoop extra sfeer in huis. Niet alleen omdat ze de hele dag in haar eigen wereld zit te kletsen, waarbij ze geregeld uitbarst in schaterlachen of spontaan kinderliedjes zingt, maar ook omdat bewoners door hebben dat M. een kwetsbaar persoon is. Om die reden helpen ze haar allemaal graag. Je zou kunnen zeggen dat ze het “kleinste zusje” van het Thomashuisgezin is.
Daar lag ze in het ziekenhuis
Op Vaderdag 2020 trof het noodlot onze M., zoals we dat in Brabant zo liefdevol kunnen zeggen. Een herseninfarct veranderde het leven van ons aller oogappeltje. Haar hele linkerkant is verlamd en er zijn bijkomende problemen als verminderde spraak en incontinentie. Daar lag ze dan in het ziekenhuis. Haar moeder aan de ene kant van het bed en Helma aan de andere kant. De hele week heeft het ziekenhuispersoneel geleund op die twee. Zij deden wat ze konden, maar mistten de kennis van het omgaan met een eigenzinnige Downer. Wat een mazzel dat een Thomashuis-ondernemer zichzelf vrij kan roosteren om aan het bed te zitten, raad te geven en te assisteren. Maar bovenal is het een vertrouwd gezicht in zo’n eng, onbekend ziekenhuis.
“De verslagenheid was groot. Maar al snel werd er door iedereen thuis gewerkt aan een warm welkom”
In het Thomashuis was de verslagenheid aanvankelijk groot. Er werd veel gehuild door zowel bewoners als personeel. Ad en het overige personeel hebben die eerste periode heel wat uit moeten leggen en moeten sussen. Maar al snel sloeg de stemming om. Doordat al na een paar dagen duidelijk was dat het geen zin had om M. na haar ziekenhuisopname te laten revalideren in een Revalidatiecentrum, maar lekker thuis, werd er door iedereen in het Thomashuis meegewerkt aan een warm welkom. Binnen een week werden alle benodigde hulpmiddelen voor de verzorging door ons geregeld, werd het dienstrooster van het personeel aangepast met extra diensten, maar bovenal werd er met man en macht gewerkt om haar kamer in orde te maken.
In de hulpstand
Voor die zwarte dag sliep M. op de eerste verdieping van het Thomashuis. Een lift is niet aanwezig. Maar daar was die ene medebewoner. Zelf net nog maar een jaar bewoner van ons huis en nog maar net gewend aan zijn kamer. En juist hij kwam met het idee om van kamer te ruilen. Dit bleek een soort vliegwiel te zijn: iedereen (bewoners, personeel, ouders) zette de schouders eronder. Er werd gesjouwd, geverfd, meegedacht, spullen aangevoerd enz. enz. Als zelfs onze hulp in de huishouding in haar vrije uurtjes staat te verven kun je wel nagaan hoe vastberaden de hele club was hier iets van te maken.
“Onze recentste bewoner kwam met het idee om met M. van kamer te ruilen”
Wat was het fijn voor iedereen om na een week ons oogappeltje te kunnen ontvangen in haar nieuwe kamer. Natuurlijk was het even schrikken voor iedereen haar in haar nieuwe toestand te zien, maar tegelijkertijd ging iedereen meteen in de hulpstand staan. In het begin moesten met name de bewoners zelfs een beetje afgeremd worden. M. was snel moe van alle goedbedoelde hulp en praatjes.
Thuis revalideren
Zoals gezegd is het in dit soort situaties het beste dat iemand die dit meemaakt gewoon lekker thuis kan revalideren. De aanloop was in het begin wel een beetje moeilijk. Als je bijvoorbeeld begeleiding wil van een revalidatiearts word je van het kastje naar de muur gestuurd. Te laag niveau voor de volwassenen-afdeling, te oud voor de kinderafdeling. Het is dan gewoon een groot voordeel dat wij als zorgondernemers er continu achteraan kunnen zitten en niet aflatend het gesprek aangaan. Uiteindelijk kregen we het voor elkaar in die week afspraken te maken met alle therapeuten, zodat de revalidatie direct kon beginnen.
“Ze gebruikt haar wilskracht en eigenzinnige downgedrag om stapjes te maken”
Sinds dat moment komt meerdere keren per week de logopedist, de fysiotherapeut en de ergotherapeut. Het is nu een groot voordeel voor M. dat ze eenkennig is. Helma is bij iedere sessie aanwezig en voert samen met M. de opgedragen oefeningen uit. Dat zorgt er ook voor dat Helma precies weet wat de oefeningen zijn en die op de dagen dat een bepaalde therapeut niet komt met haar kan oefenen. De manier van werken van een Thomashuis levert hier maximaal voordeel op. We zijn, nu één van onze bewoners het zo nodig heeft, altijd beschikbaar. De inschatting van de deskundigen is dat de beschadigingen veel vooruitgang in de weg zullen staan, maar elke dag gebruikt M. haar wilskracht en zelfs haar eigenzinnige downgedrag, om kleine stapjes vooruit te maken. Maar vooral ook door onze dagelijkse training.
Hechter dan ooit
Onze inspanningen worden door de begeleidende therapeuten gezien en geprezen. Helma mag zelfs in het officiële multidisciplinaire overleg meepraten en meebeslissen. Op haar beurt speelt Helma alle adviezen en oefeningen weer door aan ons team en, waar mogelijk zelfs aan de bewoners. Met z’n allen doen we het toch maar. Deze periode heeft ons hechter dan ooit gemaakt. We zijn trots op ons Thomashuis."
Deze blog is onderdeel van de maandelijkse blogreeks op www.thomashuis.nl. Elke maand zie je de wereld van het Thomashuis door de ogen van een zorgondernemer.