Medewerker Thomashuis Helmond: “Mijn tweede thuis.”

Werken

Als 17-jarige stagiaire verloor Anne van Hout (20) haar hart aan Thomashuis Helmond en diens negen bewoners met een verstandelijke beperking. Ruim drie jaar later werkt Anne er fulltime. Ze is nog steeds dankbaar dat ze met de zorgformule in aanraking is gekomen. “Het voelt als een tweede thuis. De bewoners betekenen heel veel voor mij. Je gaat echt van ze houden.”

Anne begon haar loopbaan in de zorg als studente verpleegkunde. Tijdens het eerste jaar kwam ze erachter dat ze toch niet helemaal tot haar recht kwam tijdens deze opleiding.  Anne vertelt: “Ik miste het persoonlijke contact en had minder met het fysieke verzorgende gedeelte.” Ze stapte over naar de studie Persoonlijk Begeleider Specifieke Doelgroepen. Dit bleek een schot in de roos. Op zoek naar een stage kwam ze terecht bij een Thomashuis, een paar straten van haar huis. Drie stageperiodes en een nulurencontract volgden. Toen ze haar diploma op zak had, aarzelde Anne geen moment en trad ze in dienst bij Thomashuis Helmond.

“Het voelt niet als werk.”

Gevraagd wat ze leuk vindt aan het werken in een Thomashuis, antwoordt ze direct stralend: “Heel veel! Voor mij voelt het niet als werk. Ik ga gewoon naar de mensen toe waar ik om geef. Ik geef hen zorg en liefde. En wij maken grapjes samen. Zelfs als ik met ze ga fietsen, moet ik nog lachen.” In Thomashuis Helmond hebben zorgondernemers  Suze oud Ammerveld en Cor Janssen de dagelijkse leiding. Net als in ieder Thomashuis maakt hun woning onderdeel uit van de kleinschalige woonvorm. De bewoners hebben 24 uur per dag zorg nodig en Cor en Suze zijn dan ook ‘s nachts de achterwacht. Tijdens Annes dienst komt het zorgkoppel regelmatig even langs. Officieel zijn zij mijn baas, maar dat voelt niet zo. Het voelt heel gelijkwaardig en ik kan alles bij ze kwijt. Ze schuiven vaak aan bij de koffie- en theemomenten. En Suze komt altijd even een kijkje nemen als ik met een bewoner aan het bakken ben.”

In Eindhoven bij Concerti Fetti (concert voor mensen met een verstandelijke beperking).

Veel op stap samen

Omdat de bewonersgroep gelukkig weinig fysieke problemen heeft, worden er heel veel uitjes georganiseerd. “Samen de stad in, een dagje Efteling of een concert. Ook organiseerden ze onlangs hun eigen versie van de Avondvierdaagse. “We waren supertrots dat onze bewoners dagelijks tien kilometer in de benen hadden zitten.” De persoonlijk begeleider heeft na al die jaren een bijzonder hechte band opgebouwd met de bewoners. “Met een aantal bewoners kun je ook een goed gesprek voeren. Je leert elkaar door en door kennen. En ook tijdens de verdrietige momenten leef je met ze mee.”

Anne was trots dat ‘haar’ bewoners zich goed staande houden tijdens de coronaperiode. Dagbestedingen gingen regelmatig dicht, routines werden doorbroken en geliefde hobby’s konden niet meer uitgevoerd worden. Ze weet nog goed hoe ingrijpend het was voor toen de bewoners, tijdens de eerste lockdown, niet meer naar hun ouders konden. “Dat zorgde voor veel verdriet.” Toch kijkt ze met een positief gevoel terug. Het team zette de schouders eronder en met de nodige creativiteit bedachten ze iedere week een nieuw programma zodat de bewoners iets hadden om naar uit te kijken. En net als in de rest van Nederland werden de wandelschoenen vaak aangetrokken. “Samen met de bewoners hebben we er iets van gemaakt. Mijn werk is super dankbaar!"

Delen: