Al acht jaar wonen Luc en Laura Tiedink samen met hun kinderen Tijn en Florien in Thomashuis Druten. Hier bieden ze een liefdevol thuis aan negen volwassenen met een verstandelijke beperking: ‘Toen we voor het eerst binnenstapten, dachten we meteen: dit is een doelgroep die ons past. Ook het huis voelt goed en zouden we graag overnemen: dit kan ons paradijs worden!’ In dit interview vertellen Luc en Laura hoe ze in 2017 hun zorgdroom realiseerden en wat ze zo bijzonder vinden aan hun werk.
Luc begon zijn carrière in het bedrijfsleven en stapte later over naar de zorg. Hij deed ervaring op in zowel de gehandicaptenzorg als psychiatrie. Laura werkt al vijftien jaar in de zorg en heeft ervaring in onder andere de gehandicaptenzorg, psychiatrie en verslavingszorg.
Wat bracht jullie ertoe om samen een Thomashuis te runnen?
Laura: ‘Luc en ik werkten allebei als begeleiders in de zorg. Ik wilde meer contact met de cliënten en betrokken zijn bij hun dagelijkse leven. Een toenmalige collega vroeg: ‘Is een eigen Thomashuis niet iets voor jullie?’ Na wat leeswerk op het internet was Laura direct verkocht. Ze vervolgt lachend: ‘Ik zei tegen Luc: ‘We gaan een eigen Thomashuis runnen!’ Hij moest het idee even laten bezinken, maar stond ervoor open om het samen uit te gaan zoeken.’ Luc vertelt: ‘We bezochten Thomashuis Molenhoek om een idee te krijgen van hoe het in de praktijk was en dachten meteen: dit is een paradijs. Ik was direct om.’ Hij vervolgt: ‘Thomashuis Druten was al een goedlopend huis en stond toentertijd ter overname. We stapten dus op een ‘rijdende trein’. Ondanks de vele jaren ervaring die we al hadden, was de uitdaging groot genoeg. Toen we begonnen waren onze kinderen Tijn en Florien zes en zeven jaar oud. Ze waren heel snel gewend. Inmiddels zijn ze veertien en vijftien en leven ze hun eigen leven. Als wij in het Thomashuis werken, eten ze ‘s avonds gezellig mee met de bewoners. Dat is leuk om te zien en voelt echt als een meerwaarde.’
Hoe zien de dagen in jullie Thomashuis eruit?
Luc: ‘We starten de dag vaak zelf op. De bewoners hebben, net zoals in een gewoon gezin, hun eigen dagbesteding en sportclubje. ‘s Avonds eten we samen en bespreken we hoe ieders dag is geweest. Af en toe tafelen we gezellig met elkaar na, wanneer dit zo loopt. De bewonersgroep is heel hecht, er zijn maar een paar wisselingen geweest. De meesten zijn al zeventien jaar bij elkaar en kennen elkaar heel goed. Dat schept een band: wanneer het nodig is troosten ze elkaar en als er behoefte is om te feesten, weten ze elkaar ook te vinden. Ondanks dat er veel aandacht is voor het individu, worden er in de weekenden ook gezamenlijke activiteiten gedaan: wandelen, fietsen, naar het bos, de bioscoop of het theater. Luc vervolgt stralend: ‘De bewoners genieten van kleine dingen zoals het picknicken aan de Waaldijk, of voor degenen die zin hebben in de herfst bladeren harken in onze boomrijke tuin.’
Wat vinden jullie belangrijk bij het creëren van een huiselijke en veilige omgeving?
Laura: ‘We bieden zeer persoonsgerichte zorg en aandacht. In de middag en avond zijn er twee begeleiders aanwezig. Als ik zie wat we kunnen bieden, denk ik: wauw! Wat mooi dat dit kan en dat we zo samen kunnen leven.’ Luc voegt toe: ‘We kunnen ons eigen ‘sausje’ er overheen gieten en creëren samen met het team een fijne omgeving.’ Laura: ‘Wij werken zelf ook op de vloer: met elkaar en ook samen met onze collega’s. We vinden het belangrijk dat zij ook de huiselijkheid voelen en hopen dat dit voor betrokkenheid zorgt. Luc: ‘We werken met een vast hecht team van vijf medewerkers, waarvan vier begeleiders en één ondersteuner. Daarnaast hebben we af en toe een stagiaire in dienst. Door de korte lijntjes kunnen we heel snel beslissingen nemen wanneer dat nodig is. We willen geen ‘baas’ zijn die boven de medewerkers hangt, maar doen het graag mét elkaar.’ Collega’s die eerder in grote instellingen werkten zeggen vaak: ‘Het verschil zit hem in de vrijheid om zelf invulling te geven aan het werk.’
Hoe verdelen jullie de taken?
Luc vertelt: ‘Het zorgondernemerschap geeft veel vrijheid; we reageren direct op wat er speelt en elke dag is anders. In het begin deden Laura en ik alles samen omdat we dachten dat we beiden alles moesten weten. Maar dat kost ook veel tijd. Naarmate de jaren verstreken kregen we steeds meer ieder ons eigen takenpakket. We staan allebei op de werkvloer, maar we hebben ook onze eigen administratieve, financiële en leidinggevende taken.’
Wat zijn jullie meest waardevolle momenten sinds de start van dit avontuur?
Luc vertelt enthousiast: ‘Alle momenten van samen lachen, zoals tijdens de jaarlijkse bewonersvakantie en het Sinterklaasfeest waar iedereen zo van kan genieten. Maar ook de momenten van samen huilen, zoals toen we Corona in huis hadden en hier met z’n allen zonder hele grote kleerscheuren uit zijn gekomen.’ Laura voegt toe: ‘Ook het jaarlijkse Bolderpop in Druten, een festival dat georganiseerd wordt voor mensen met een beperking, is een hoogtepunt. Zodra we binnenkomen, beginnen de bewoners te dansen en feesten. Dat is geweldig om te zien.’
Kun je een voorbeeld geven van iets dat je écht raakt in dit werk?
‘We waren eens op een festival waar veel mensen boven de zestig waren. Het feest was een beetje ingetogen. Maar toen onze bewoners aankwamen, veranderde de sfeer en ging iedereen los. Op zulke momenten ben ik echt trots. We genieten met elkaar van de kleine dingen,’ zegt Laura stralend.
Op welke manier zien jullie bewoners groeien sinds ze bij jullie wonen en hoe voelt het om die persoonlijke ontwikkeling van dichtbij mee te maken?
Laura: ‘Toen één van de bewoners een halfjaar bij ons woonde, zeiden haar ouders: ‘Ze gebruikt nu veel meer woorden en zinnen dan voorheen.’ Dan denk je: ‘Wauw, ze groeit echt.’ We hebben ook een bewoner die vroeger regelmatig erg boos kon worden. In de afgelopen jaren gebeurt dit nog maar zelden. Hij gaat veel meer in gesprek en is flexibeler geworden. We geven hem bewust de ruimte die hij nodig heeft.’
Luc vult aan: ‘Een andere bewoner is dankzij zijn nieuwe dagbesteding veel minder in zichzelf gekeerd en veel opener geworden.’ Laura: ‘We stimuleren de bewoners ook om voor zichzelf op te komen en assertiever te zijn. Ze hoeven het niet altijd overal mee eens te zijn. Het is mooi om ze hierin te kunnen begeleiden.’
Wat hebben jullie zelf geleerd?
Laura: ‘Ik heb nog nooit zoveel geleerd als in de afgelopen jaren. Het zorgondernemerschap was volledig nieuw voor ons: financiële zaken regelen, leidinggeven en je visie uitdragen. Via de overkoepelende organisatie De Drie Notenboomen kregen we goede begeleiding en vooraf kregen we verschillende trainingen over het zorgondernemerschap. Ik heb bovendien geleerd om te doseren. In je enthousiasme wil je zoveel, maar niet alles kan tegelijk.’
Wat vinden jullie het mooiste aan het werken als zorgondernemers binnen jullie eigen Thomashuis?
Luc: ’De variatie in het werk vind ik heel mooi: de ene keer ben ik leidinggevende, dan weer tuinman en het andere moment ben ik begeleider. Daarnaast is het een groot verschil of je iemand een huis biedt, of een thuis. Wij bieden onze bewoners een thuis.’ Laura vult aan: ‘Ik vind het prachtig om bewoners te zien groeien en ontwikkelen. Dat is waar je het voor doet.’ Luc: ‘Onlangs waren we een paar dagen weg en bij terugkomst kwamen de bewoners direct naar ons toe voor een knuffel. Ze missen je als je weg bent en zijn dolblij als je weer terugkomt. Als zorgondernemer ben je echt de rode draad in huis.’
Hoe zouden jullie het zorgondernemerschap in drie woorden omschrijven?
Luc: ‘Intens, enerverend en dynamisch.’ Laura vult aan: ‘Het is veelzijdig, warm en huiselijk. Het runnen van een eigen Thomashuis is geen baan, maar een manier van leven. We genieten elke dag.’
Interesse in het zorgondernemerschap?
Wil je weten hoe je zorgondernemer kan worden, en wil je je vragen over ondernemerschap in de zorg stellen aan ervaringsexperts? Meld je dan aan voor een online informatiebijeenkomst. We vertellen je alles over het runnen van een eigen Thomashuis: Zorgondernemer worden | Thomashuis